
Ontdek de schoonheid van de natuur.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang inspirerende reistips en routes voor je volgende groene reis.
Marais Poitevin, het op een na grootste moerasgebied van Frankrijk, ligt grofweg tussen het bekende havenstadje La Rochelle en Bretagne. Ik ben hier in het zuiden van het departement de Vendée. Lees de tips over mijn 4-daagse reis door Marais Poitevin.
Deze naam is bij Nederlanders misschien wat minder bekend, maar dat geldt zeker niet voor vogels. Het gebied is een essentiële tussenstop voor trekvogels en een belangrijke broedplek. Vogelaars kunnen hier dan ook heel wat soorten van hun lijstje afvinken. En ook outdoor liefhebbers komen volop aan hun trekken. Kortom, een geweldige slow tourism bestemming.
Op zo’n 900 kilometer afstand van Amsterdam sta je aan de poort van het moerasgebied, in een totaal andere wereld maar toch ook weer niet want het heeft ook een Nederlands tintje. Daarom eerst maar even een korte duik in de ontstaansgeschiedenis van het moeras van Poitevin.
Rond de 11e eeuw begonnen monniken met de inpoldering van de moerassen van de Poitou, om het land te beschermen tegen de zee en om landbouw mogelijk te maken. Tijdens de Honderdjarige oorlog en de daaropvolgende oorlog tussen protestanten en katholieken werd de noeste arbeid van de monniken bijna tot de grond vernietigd. In de 16e eeuw schakelde het Franse hof Nederlanders in om te helpen met drooglegging van de polder. Een van de kanalen heet heel toepasselijk Ceinture des Hollandais. Een verschil met Nederland is wel dat je hier geen molens ziet. De Fransen hebben gekozen voor een systeem van sluisjes.
Het gebied van ruim 100.000 hectare (bijna net zo groot als de provincie Utrecht) bestaat uit drie delen:
Mijn eerste uitvalsbasis in het zuiden van de Vendée is het badplaatsje l’Aiguillon-sur-Mer. Mijn chambre d’hôte Le Lys Blanc ligt op een steenworp van het strand. De witte lelie, gerund door Fransman Laurent en zijn Duitse vrouw Mélanie, heeft vijf kamers. Mijn kamer met openslaande deuren kijkt uit op een heerlijke tuin. Handig dat je hier ook je fiets kunt stallen.
Op mijn programma staat een vogelexcursie. Gids Katja neemt ons mee naar een vogelkijkhut in het natuurreservaat Michel Brosselin. Over een lange houten loopbrug lopen we naar een observatorium met telescopen en vogelboeken. Hier kun je op je gemak alle vogels bespieden. Katja ziet al een Kaspische stern, terwijl ik amper mijn telescoop heb scherp gesteld. Ze draait haar telescoop naar me toe en ik zie vooral een lange oranje-rode snavel en een prachtig wit met zwart kopje. Volgens Katja zie je reuzensterns niet veel in Frankrijk.
Ik kom ogen tekort. Ik zie lepelaars overvliegen, verderop zitten bergeenden. De mannetjes hebben een knobbel en een felrode snavel. Qua formaat zitten ze tussen een eend en een gans in. Vervolgens komt er een groepje veldleeuwerikken schreeuwend over. Ook zien we een beverrat met glanzende vacht, die gemoedelijk in het gras in het zonnetje naast een aantal eenden zit te eten van de water- en oeverplantjes. In het Frans heten beverratten ragondins. Dat klinkt toch een stuk lieflijker dan in het Nederlands.
Een groepje Heilige Ibissen waadt door het water. Nog geen minuut later zien we grutto’s op hun kenmerkende hoge poten. Het is hier echt een vogelparadijs. De gids is trots terwijl ze met stift het witte bord aanvult waarop de gespotte vogels van de dag staan. Aan het einde van de middag vertrekken we naar een volgend vogelwalhalla, op zo’n twintig minuten rijden van het natuurreservaat.
Louise, gids en vogelexpert van de Franse Vogelbescherming, staat ons op te wachten op het Pointe de l’Aiguillon met een enorme telescoop. Er staan behoorlijk wat mensen met verrekijkers. Dit is blijkbaar de plek waar je moet zijn voor bijzondere vogels.
Louise weet ontzettend veel van vogels en binnen no-time spot ze dan ook een blauwborst. Toch knap, want meestal zit dit kleine vogeltje beschut tussen de struiken. Je hoort ‘m in ieder geval vaker dan dat je ‘m ziet. Ademloos kijk ik door de verrekijker. Zijn prachtige felblauwe, oranje en bruine kleuren glanzen in de zon.
In de duinen spotten we ook een kneu, ook wel vlasvink genoemd. Dat is een klein vogeltje, kleiner dan de huismus, met een zachtrood koppie en een trotse rode borst. Wat een beauty is dat. Langzaam lopen we verder in de richting van de zee. Louise vertelt dat op dit punt in Frankrijk jaarlijks meer dan 400.000 trekvogels worden waargenomen.
In het broedseizoen zijn delen van het strand afgezet. Strandplevieren leggen dan hun eieren in het zand tussen de schelpjes en die zie je bijna niet door hun fantastische schutkleur.
Louise en haar collega’s steken ook veel tijd in het voorlichten van toeristen. De baai van Aiguillon heeft een uitzonderlijke biodiversiteit, maar staat helaas ook onder grote druk van menselijke activiteiten. Denk aan scheepvaart, landbouw, schelpdierenteelt en ook toerisme. Ze werken mee aan diverse projecten om dit belangrijke kustgebied voor vogels niet alleen te herstellen, maar ook goed te beschermen.
De volgende ochtend is de VVV van Vendée du Sud in La Faute-sur-Mer het startpunt van een rondje schiereiland van zo’n dertien kilometer. We gaan ook een stukje over de lange afstands-fietsroute Vélodyssée, die loopt van Noord-Bretagne, via de kustlijn van de Vendée helemaal tot aan de Spaanse grens.
We maken een soort getijdentocht. Die ochtend is het eb en liggen de bootjes scheef op de bodem. Het fietspad leidt ons een stuk langs de rivier Lay. Halverwege de tocht zien we het eiland Île de Ré in de verte. De landschappen wisselen af, van bosachtig gebied naar zandstranden, kwelders, naar rivierlandschap.
We maken een tussenstop bij de Rade d’Amour, een beschermd gebied met rijke biodiversiteit. Bij een uitkijkpunt is de monding van de Lay. In dit gebied worden ook oesters gekweekt. Het barst er bij laag tij van de vogels die hun kostje bij elkaar scharrelen in de modder.
Als je hier bent, dan moet je natuurlijk ook oesters proeven. Dat doen we bij Eva Charneau, die samen met haar man en zoons oesterkwekerij Les Amourettes, in La Faute-sur-Mer, runt. In een heuse (verhoogde) oesterbar met uitzicht op de Lay opent ze de oesters met enorme souplesse. Ze vertelt zo leuk en bevlogen over haar eigen baby’s, de oestertjes, dat ik bijna ook een opleiding tot oesterkweker wil gaan doen. Na drie oesters geproefd te hebben en Eva een goed oesterseizoen gewenst te hebben, stappen we weer op de fiets.
We passeren het nationaal natuurreservaat La Belle Henriette, een van de laatste echte lagunes aan de Atlantische kust. Het zand is hier prachtig goudgeel. La Belle Henriette verandert continu door de getijden. Je kunt hier ook wandelingen maken op speciaal aangelegde paden.
Vlak voordat we weer terug zijn bij l’Aiguillon-sur-Mer zie ik ineens een hop op te weg zitten. Wat een feest, want deze prachtige rozebruine vogel met z’n mooie grote kuif en lange snavel heb ik nog nooit zo dichtbij gezien.
Vandaag is het tijd om wat cultuur op te snuiven. En dat is in Frankrijk gelukkig nooit ver weg. We maken met historicus en gids Pauline Retailleau een wandeling door het historische centrum van Fontenay-le-Comte, gelegen aan het riviertje Vendée.
Tot de Franse Revolutie was Fontenay de hoofdstad van de streek. Napoleon koos toen La Roche-Sur-Yon als hoofdstad vanwege de centrale ligging. Bij het hoger gelegen deel van Fontenay wijst Pauline op enkele resten van de stadsmuur. Tijdens de godsdienstoorlogen is er veel vernietigd. We lopen omhoog langs een prachtige fontein in geel zandsteen. Dit is het symbool van Fontenay. Hier en daar zijn vakwerkhuizen.
Gids Pauline weet echt alles van de architectuur van het stadje en ik hang aan haar lippen. Ik snap wel dat ze in de hele Vendée wordt ingehuurd om rondleidingen te geven.
We wippen snel bij de kerk van onze lieve vrouwe naar binnen. Pauline heeft de sleutel van de romaanse crypte, die meer dan 1.000 jaar oud is. Ik word stil van de eenvoud van de kleine ruimte. Heel bijzonder! Voordat we afscheid nemen geeft ze nog snel een tip voor een volgende keer: ‘Breng dan zeker een bezoek aan kasteel Terre-Neuve. Een juweel uit de Renaissance periode, waar je onder meer meubels uit het beroemde Loirekasteel van Chambord ziet.’
Vandaag duik ik in het Groene Venetië. In het moeras van Marais Poitevin zijn diverse opstappunten om een boottochtje te maken (of een kayak of stand up paddle board). Ik kies voor het gehuchtje le Mazeau, waar je in het haventje bootverhuur Embarcadère de la Venise Verte vindt.
Je kunt natuurlijk zelf een bootje huren, maar het is veel leuker om er een met gids te boeken. De gidsen weten ontzettend veel over het moeras en de dieren die er leven. Ik ga vroeg in de ochtend, om het moeras een beetje voor mezelf te hebben. Naast het kanaaltje waar we varen loopt een oud jaagpad, waar vroeger paarden en ook koeien barken met etenswaren voorttrokken.
Tegenwoordig is het vooral een fiets- en wandelpad. Mijn gids Matthieu weet feilloos waar dieren zoals beverratten zich vaak ophouden. We zien er al snel een overzwemmen en een minuut later spotten we een paar jonge beverratjes in de struiken die niet echt bang zijn voor onze boot. Langs de waterkant staan vooral veel essen en wilgen.
Het is hier ook onwaarschijnlijk groen. Nooit geweten dat er zo veel kleuren groen zijn. Dan ineens lijkt het alsof het begint te regenen maar gids Matthieu stelt me gerust; het lijkt of het regent, maar dat komt van insecten: de larfjes van cicaden die onder de blaadjes zitten zijn bedekt met een witachtige mousse die onder de blaadjes zitten. Als die mousse loslaat dan lijkt het op vallende druppels.
Ze varen op traditionele boten met een dikke stok, de vaarboom. Eigenlijk net zoals de gondeliers in Venetië doen. Ineens horen we het gezang van een Cetti’s zanger. Ik had nog nooit van de naam gehoord, maar het is een klein bruin zangvogeltje is. Ook in Nederland wordt deze steeds vaker gespot. Ook horen we de tjiftjaf en een winterkoninkje.
Even verderop langs het water staat een groepje prachtig lichtbruine Limousin koeien te grazen. Ze kijken nieuwsgierig op als wij voorbij glijden door het water. Ik heb een boottocht van 1,5 uur geboekt, maar het kan ook korter of langer.
Nadat ik het gebied vanaf het water heb gezien staat er in de middag een rit met een elektrische step op de planning. Vanuit Le Mazeau is het tien minuutjes rijden naar het charmante marktstadje Maillezais, waar ik in het centrum een kamer heb geboekt bij Françoise in haar statige herenhuis Le Parenthèse Entre Abbaye et Venise Verte. Een huis vol karakter met krakende houten vloeren en een weelderige tuin met zwembad. Dit is een plek waar ik wel langer zou willen verblijven.
Ik rijd naar Jean-Luc Grospelier, eigenaar van Nomad’Trott, die een aantal circuits heeft uitgestippeld voor de E-step. De step is geschikt voor de bergen en heeft dikke banden. Enorm handig in het moeras.
Op zijn website staat dat ‘de natuurlijke route doet denken aan de uitdagingen van een Dakar rally, maar dan zonder tijdsdruk’. Ik slik een paar keer, maar Jean-Luc stelt me gerust. Na een beetje droog oefenen op de step, trek ik handschoentjes aan en zet een helm op. Het is de hoogste tijd om van de gebaande paden te gaan. Wat een geweldige ervaring! Soms glibbert de step een beetje als er andere diepe sporen zijn, maar het is ontzettend leuk om op deze manier het moeras te verkennen.
Het landschap is ook heel afwisselend. Na zo’n anderhalf uur zoeven we met onze step langs de abdij van Maillezais. Deze benedictijnerabdij werd rond het jaar 1.000 gesticht op een eilandje in het moeras. Monniken hebben de kanalen gegraven om de Golf van de Pictons te ontwateren. Voordat ik vertrek ga ik zeker nog de indrukwekkende ruïnes van de abdijkerk, de kloostergebouwen en zoutkelders op het enorme complex bekijken.
Eerst uitpuffen op het terras van Achille, la Crêperie du Marais, van waar je een geweldig uitzicht hebt op de abdij. Ik ben hier tot zonsondergang gebleven, genietend van een hartige crêpe en een glas rosé uit de Vendée. Dit is slow tourism zoals het bedoeld is.
Rondreis Val de Lleida, Spaanse Pyreneeën, tips en mooiste route In mei maakte ik een bijzondere rondreis door de Val de Lleida, een onbekend maar verrassend veelzijdig gebied in het noorden van Spanje. Deze vallei ligt aan de voet van de Spaanse Pyreneeën en kreeg in...
Zürich met de trein: zwemmen, stadshoning & groene hotspots Vroeg in de ochtend stap ik in Amsterdam op de trein met een warme koffie in de hand. Tegen drieën rol ik ontspannen Zürich binnen. Duurzaam reizen, comfortabel en met prachtige uitzichten. Het is eind...
Kunst en natuur in Seurí: hoe Santi Moix een vergeten Pyreneeëndorpje tot leven bracht Na een rit van 3,5 uur uit Barcelona kom ik aan. Op 1.210 meter hoogte in een gehucht in de Val de Lleida in de Spaanse Pyreneeën. Seurí. Ja, kijk maar op de kaart hieronder,...
Laat je inspireren
Ben je op zoek naar de mooiste wandel- en fietsroutes? Of wil je informatie over reizen met de trein of advies voor de mooiste roadtrips door de natuur. Laat je inspireren voor je volgende reis in het groen; ideeën om je eigen reis te plannen of te kiezen voor een georganiseerde reis.